Zwitserland heeft ondanks de vele prachtige natuur ‘slechts’ één Nationalpark. Het beschermde natuurgebied is een geweldige omgeving om te wandelen. Er zijn 21 routes en totaal 80 km aan wandelpaden uitgezet. Naast een indrukwekkende flora, zijn er in het Nationalpark ook veel wilde dieren te zien. Wij gingen het Nationalpark in met een ranger. Een ideale manier om te wandelen in het mooiste park van Zwitserland.
Wandelen met een echte Zwitser
Als ik ’s ochtends wakker word, hoor ik de regen tegen de ramen. Het is geen ideale dag om de bergen in te gaan. Maar wij hebben een afspraak om samen met een ranger het Nationalpark in te gaan en dat willen we niet missen. Als we beneden in de hotelhal komen zien we hem al staan, helemaal natgeregend; onze gids van vandaag. Grote hoed, lange houten stok, wollen broek, geblokt hemd, jagersjas en uiteraard een lange baard. Hij stelt zich voor als Dumeng (Domenico). We ontbijten samen en daarna vertrekken we samen naar het Nationalpark.
Wilde dieren spotten
Vanuit Scuol, waar we overnachten, is het zo’n 20 minuten rijden naar Val Mingèr. Hier parkeren we de auto en lopen we het Nationalpark in. Het regent gestaag door, terwijl wij beginnen aan onze wandeling. Het pad is niet moeilijk en loopt geleidelijk omhoog door het bos. Door de regen zijn de boomstronken gevaarlijk glad geworden. Dumeng let goed op of hij dieren kan spotten in het prachtige groene bos. Op een mooie dag is dit een perfect pad voor een wandeling met de hele familie in Zwitserland.
Eén van de mooiste plekken om te wandelen in Zwitserland
Door de extreme regenval ziet het er vandaag heel anders uit. Het rustige bergstroompje is veranderd in een wilde modderstroom. We moeten de stroom af en toe oversteken. Al springend over de stenen, en kleine stukken door het water, bereiken we de overkant. Omdat het inmiddels nog harder is gaan regenen, stapt Dumeng stevig door. Bij een berghut kunnen we schuilen en opwarmen met een warm kopje thee. Af en toe zien we door de wolken de bergtoppen; wat is het hier prachtig! Toch besluiten we terug te gaan, het weer is te slecht om verder te klimmen.
De lucht breekt open
Tijdens de afdaling is de bergstroom nog breder en wilder geworden. Ook lijkt de weg naar beneden veel langer, dan de weg die we klimmend hebben afgelegd. We zijn doorweekt en zijn het eigenlijk wel zat. Maar dan ineens wordt het droog en breekt de lucht een beetje open. De omgeving wordt nog mooier, frisser en groener. Ook krijgen we de kans om een beetje op te drogen voor we weer in de auto stappen.
S-charl: vriendelijk dorpje
Om verder op te drogen rijden we naar het dichtbij gelegen dorpje S-charl. Het is een klein en sfeervol plaatsje. We warmen op met Café Luz (lichte koffie met een flinke scheut alcohol) en een heerlijk stuk ‘Nusstorte’ in de gezellige stube van Alpengasthof Crusch Alba. Dumeng wil ons ook zijn andere favoriete stek laten zien en zo wordt er in Gasthof Mayor een tweede Café Luz besteld.
Stil in de auto
Als we terugrijden naar Scuol wordt het ineens stil in de auto. Terwijl we rustig de kronkelende bergweg afdalen, sluit - de voorheen zo spraakzame Dumeng – even zijn ogen. Ook voor hem was het een inspannende dag, of zou het de Café Luz zijn geweest?