De Sachertorte heeft een recept dat heel goed geheimgehouden wordt in Oostenrijk. Oorspronkelijk komt de taart uit Wenen, en daar kun je zelfs vandaag de dag nog in Hotel Saucher genieten van de originele Sachertorte. Maar niet alleen hier is de taart heerlijk, op bijna alle plaatsen is 'ie verrukkelijk. En goed nieuws: je kunt deze taart zelf ook relatief eenvoudig thuis bereiden. In dit blog delen we het recept met je, eet smakelijk!
In 1832 ontstond de Sachertorte spontaan. De keukenchef was ziek en leerling Franz Sacher moest voor hem invallen. Aan hem de taak om een zoet dessert te bereiden voor het diner van die avond. Hij begon met het kneden van het deeg van eieren, suiker, boter, bloem en chocolade en bakte de taart. Maar daar bleef het niet bij: hij bestreek de taart met abrikozenconfiture en overgoot deze met vloeibare chocolade. De gasten van het diner vonden het heerlijk en sinds dat moment is de Sachertorte een populair gerecht. Echter is het originele recept van Sacher tot op de dag van vandaag niet vrijgegeven. Sterker nog, dit recept wordt zelfs bewaard in een kluis in Hotel Sacher in Wenen. De taart is zo populair, dat er rechtszaken zijn geweest dat niemand die de taart maakt hem de ‘originele Sachertorte’ mag noemen. Deze eet en koop je namelijk uitsluitend bij Sacher in Wenen. Maar gelukkig delen we hier ook een goed recept met jullie. Niet het originele, maar wel net zo lekker. En ja, deze is uiteraard afkomstig uit Oostenrijk.
Voor het glazuur:
Voor de taart:
Voordat je begint met de taart vet je het taartblik (22 cm) in met een beetje boter en verwarm je de oven alvast voor op 180 graden. Daarna splits je de eieren en hak je de chocolade fijn. Vervolgens klop je de eiwitten samen met de suiker en een snufje zout stijf. Als je de bak op zijn kop kunt houden en het mengsel valt er niet uit, dan weet je dat de massa goed stijf is. Nu moet de chocolade au bain-marie verwarmd worden. Dit doe je door een grote pan met water op het vuur te zetten met daarin een kleinere pan. De boter, poedersuiker en vanillesuiker roer je door het mengsel wanneer de chocolade is gesmolten. De eierdooiers voeg je één voor één toe en vervolgens spatel je voorzichtig het eiwitmengsel door de massa. Als laatste stap roer je de bloem door het mengsel. Tenslotte giet je het mengsel in de bakvorm en kun je de ‘cake’ na ongeveer een uurtje uit de over halen.
Als de taart gaar is en je hebt hem uit de oven gehaald, moet je deze eerst even laten afkoelen. Vervolgens snijd je de taart horizontaal door, zodat je twee delen krijgt. De onderste helft besmeer je met abrikozenjam, eventueel kun je wat rum aan de jam toevoegen. Als je dit gedaan hebt, maak je er weer één taart van door de bovenste helft erop te leggen. Hierna is het tijd voor de beroemde bovenste laag: het glazuur. Breek de chocolade in kleine stukjes en laat de poedersuiker samen met het water een paar minuten op hoog vuur verwarmen. Vervolgens laat je het afkoelen tot ‘lippenwarmte’ en voeg je de chocolade aan het mengel toe. Giet het glazuur over het midden van de taart en smeer het uit over de hele taart en zijkanten.
Met deze taart maak je gegarandeerd indruk. Eet smakelijk!
